IN BEELD
‘DOL OP SPAGHETTIPOMPOEN EN TOVERBONEN’
Tekst en Beeld Mike Raanhuis
Elke vrijdag staat Henrikes Farm op de biologische markt in Zwolle.
Bioboerin Henrike Kathmann teelt bijzondere groenten op haar akkers van Hollandse klei in de polder. ‘Ik wil vooral voedsel produceren, maar tegelijkertijd ben ik ondernemer. Soms doe ik ’s nachts de omzetbelasting omdat ik overdag moet schoffelen en oogsten.’
Het plaatsje Ens, in het zuiden van de Noordoostpolder, is de plek waar Henrike in 2010 neerstreek om ‘Henrikes Farm’ gestalte te geven. Ze vertelt: ‘Als kind werkte ik al op een boerderij en sindsdien heb ik de wens gehad om zelf biologisch te gaan boeren. Toen de tijd daar was, kocht ik een trekker, huurde ik wat land en ging ik van start. Wat mij betreft boer ik hier op zo’n beetje de beste kleigrond van Europa. Dat komt door alle slib die door de rivieren is meegenomen hierheen. Vanwege de mosselen zit er van nature veel kalk in de grond, die erg rijk is en dus veel oplevert. Als je hier graaft dan heb je zomaar twee meter diepzwarte aarde, dat is elders vaak slechts een laagje, daarna stuit je op zand of steen.’ Henrike glundert onafgebroken wanneer ze vertelt over haar levenswerk. ‘Grond moet je goed onderhouden, je moet zorgen dat de klei niet verdicht, dat is de kunst. Het hele jaar door kan ik hier oogsten op mijn twee hectare grond. Nu volop, in de zomer met wel twintig verschillende gewassen, in maart en april komen er vooral paarse winterbroccoli, boerenkool en spruitjes van het land.’
MEER VRAAG NAAR GROENTEN
Henrike legt uit dat er altijd soorten zijn die goed lukken en soorten die minder lukken. Vanwege tegenvallend weer of insecten bijvoorbeeld. ‘Of als er geen vraag is naar een bepaalde groente’, aldus Henrike. ‘De groenten die er minder mooi uitzien, verkopen we als klasse 2 op de markt. Zo had ik tuinbonen met wat hagelschade en overmatig grote bieten. Doorgaans wil men die liever niet, ze lijken immers niet op de maatjes die je in de supermarkt ziet liggen. Ook gaan groenten soms naar een soepfabriek of worden verwerkt in smoothies. De smaak is er niet minder om, dat moet alleen nog even landen bij veel mensen’, zegt Henrike knipogend.
‘Ik sta een paar dagen per week op de markt in Zwolle en Emmeloord en daar komen vaak studenten op af. Ze weten waar mijn groenten vandaan komen: van een stuk land dat goed beheerd wordt, niet bespoten is en waar insecten een thuis mogen hebben. Sowieso merk ik dat men minder vlees en meer groente eet. Zeker door corona zijn veel mensen meer biologische producten gaan eten. Ze hebben meer vrije tijd en gaan nu wel voor de groenten op pad en komen dan naar de markt. Ook is er meer vraag naar groenten met een Nederlandse oorsprong, dat vinden veel mensen belangrijk. Het voelt toch wat wrang om in de winter sperziebonen te eten die uit Egypte zijn overgekomen. Of ik soms verzoekjes krijg van klanten? Jazeker, geregeld vragen mensen om zeldzame groenten zoals yakon, een wortelsoort uit het Andesgebergte, ook wel appelwortel geheten. Deze is zoetig, groeit onder de aarde en lijkt op een zoete bataat. Het leuke is dat ik merk dat mensen op zoek zijn naar andere smaken, ze proberen graag nieuwe dingen uit. Daarom zet ik er in de marktkraam altijd een korte beschrijving bij zodat men weet wat het is.’
TOVERBONEN
Henrike is dol op haar courgette- en pompoensoorten. Spaghettipompoen bijvoorbeeld, heeft sliertig vruchtvlees dat op spaghetti lijkt en er heel mooi uitziet. Of chiogga-bieten met hun rood-witte binnenste, en de paarse en gele bonen die zojuist zijn geoogst. ‘De gele bonen, die ik ook wel boterbonen noem, zijn zoveel lekkerder dan reguliere boontjes. Ze hebben een zachtere buitenkant, de schil is dun en dus kwetsbaar. We hebben ze zojuist geplukt voor de markt in Zwolle morgen. Het leuke van de paarse bonen is dat ze van kleur verschieten in het kookwater. Dan worden ze donkergroen, toverbonen dus! Vooral kinderen vinden het prachtig om te zien in de pan.’
HART VOOR DE NATUUR
Bij Henrikes Farm gaat het om zoveel meer dan alleen verbouwen en verkopen. Het gaat om goed voor de aarde zorgen en een steentje bijdragen aan een beter milieu. Henrike vervolgt: ‘Ik werk met natuur die ik zelf mag vormen, dat vind ik bijzonder. Bovendien mag en kan ik er andere mensen mee voeden. Ik werk met een aantal vaste medewerkers en met talloze vrijwilligers. Iedereen heeft hart voor de zaak en hart voor de natuur, het delen van deze idealen is wat alle mensen hier bijeenbrengt. Samen met de Wwoofers (World Wide Opportunities on Organic Farms, oftewel: vrijwilligers uit de hele wereld) is het ‘s zomers regelmatig tot laat genieten op de boerderij, met een kampvuurtje en lekker eten. Tijdens het wieden tussen de bietjes leerden we bijvoorbeeld hoe het is om op te groeien als enig kind in China. Ik kan genieten van dit soort interessante gesprekken tijdens het werk, maar ook van de stilte van het land, met de vogels en de wind als enige aanwezigen.’


‘MIJN LAND WORDT GOED BEHEERD, IS NIET BESPOTEN EN INSECTEN VOELEN ZICH ER THUIS’


